Eind maart 1954 geslaagd voor examen elektronica met specialiteit –Straalzenders- en geplaatst in Appingedam. Collega geplaatst op het fort Spijkerboor. Deze woonde in Leeuwarden en betrokkene in Arnhem. Om een betere plaatsing te verkrijgen t.o.v. woonplaats, werd besloten om te ruilen van standplaats. Zodoende kwam betrokkene in Spijkerboor terecht.
Dit was een Engels radio-radar detachement, die het e.e.a. regelde v.w.b. de Engelse militaire vliegbewegingen. Het detachement bestond uit 1 officier, 1 warrant officer (adjudant), 1 sergeant majoor en verder 24 onder officieren, korporaals en soldaten
Er waren daarnaast 3 Hollandse militairen aanwezig t.b.v. het straalzender station, t.w. 1 “baas” en 2 soldaten. De beide soldaten werkten in ploegendienst en mochten ‘s-nachts zich ter ruste begeven. Zo gauw er problemen met de apparatuur ontstonden werden zij gewekt door alarmbellen en konden de problemen oplossen. Dit alarmering was ook naar buiten uitgevoerd, zodat zij zich niet te allen tijde bij de apparatuur aanwezig behoefden te zijn en konden gaan vissen in de slotgracht.
Spijkerboor stond radio technisch aan de ene kant van de verbinding met Schellinghout en aan de andere kant met Hilversum en heeft bestaan van 1953 t/m 2000. Door de komst van glasvezelkabels en digitale apparatuur en modernisering van straalzenderverbindingen, zijn alle straalzenderstations in 2000 verdwenen.
In de slotgracht mocht alleen gevist worden door mensen op het fort. Ook rondom de slotgracht was het verboden gebied. Een visser uit De Rijp had daar voor vele duizenden guldens vis in gepoot direct na de oorlog, maar mocht sinds de komst van de Engelse militairen daar niet meer vissen, zodat het een lustoord was om te vissen. Karpers, snoekbaars, snoek, witvis en heel veel paling. Peuren bij de brug en lijntjes leggen vanuit een kano, was een heel leuke bezigheid. Als betrokkene een vrij weekend had om de 14 dagen, ging er vaak een pondje verse paling mee naar huis. Ook het bakken van een visje gebeurde regelmatig in de keuken van het poortwachtershuisje, alwaar toen de bewaking en de keuken was gelegen. De vis werd eerst in een oude badkuip gedeponeerd, die achter de schutkoker van de nationale reserve stond, om van de grondige smaak af te komen.
De Engelse consul kwam er wel eens vissen, alsmede de kapper en de bakker uit De Rijp omdat zij hun diensten op het fort verleenden aan de Engelse militairen. De Nationale reserve kwam donderdagavond altijd schieten in de schietkoker en een borreltje drinken.
Het was ook een baken van de KLM. Personeel van de KLM kwamen af en toe ook wel eens een kijkje nemen.
Ook was er een opslagplaats van Nederlands militair materiaal in het fort, zodat er af en toe ook nog wel eens een landmacht truck op het terrein verscheen.
Op donderdag, maar soms ook op dinsdag, ging er altijd een Volkswagenbusje naar Hoek van Holland, waar een Engels kamp was gevestigd voor Europa, om daar de nodige eterij, drinkerij, post en wat zoal op Spijkerboor nodig was, op te halen. Eén van de 2 soldaten van ons ging dan altijd mee voor zgn. hand- en spandiensten.
Zoals dat bij de Engelse en ook bij de Nederlandse defensie te doen gebruikelijk was, werd ook op het fort elke morgen de vlag gehesen en daar hoorden wij dus ook bij. Dit gebeurde buiten de slotgracht, rechts van de slotbrug, waar toen een grote loods stond met daarvoor een soort appelplaats met vlagenstok. Het was dus: “God save the Queen”. In deze loods was ook de werkruimte van de Engelsen.
We sliepen in de huidige vakantie barak van de politie. Het voorste gedeelte was kantine en werd er ontbeten en natuurlijk de feestjes gebouwd. De Engelse warme hap werd in het poortwachtershuisje in ploegjes genuttigd
Sporten was er eigenlijk niet. Men moest dat zelf maar regelen. Er was wel een echt voetbalelftal, die altijd trainde aan de rechterkant van het fort. Dit elftal was nogal bekend in de omgeving en er werd dan ook vaak tegen de lokale clubs gespeeld en heel vaak met groot succes. Men werd zelf opgenomen in een afdeling van de KNVB. Welke weet ik niet meer.
Vervoer naar huis ging per openbaar vervoer naar Purmerend en dan verder. Dat was altijd op donderdagmiddag en je moest dan dinsdagavond terugkomen. Je had dan dienst van dinsdagavond t/m donderdagmorgen een week later in ploegendienst of zoals je dat had geregeld. De dienst was niet zwaar, alleen je moest er zijn als er iets met de apparatuur aan de hand was, wat verholpen moest worden. Er was altijd één van de drie militairen van ons aanwezig.
Door: Engel Speelman
De straalzenders stonden in verbinding met de Rosiniebunker in Hilversum. Dit is de oude Duitse Atlantikwall commandobunker. Deze bunker wordt ook wel de Blaskowitsbunker genoemd.
Dit zijn de plaatsen met dwarsverbindingen:Hilversum
Spijkerboor
Schellinkhout
Den Helder
Den Ouver
Leeuwarden
Appingendam
Hooghalen
Lemelerberg
Twente vliegveld
Millingen
Hilversum
Schoonhoven
Voorschoten
Willemstad
Gilse Rijen
Woensdrecht
Goes tijdens de waternoodramp
Eindhoven
Volkel
Groesbeek
Deelen
Hilversum