Het kostte een jaar, maar eind februari was dan eindelijk de restauratie van het soldatenverblijf van Fort aan den Ham een feit. Met de restauratie, die overigens zonder subsidie tot stand kwam, komen de vrijwilligers van het fort weer een stuk dichter bij hun doel: een goed beeld geven van het leven als dienstplichtige in een fort van de Stelling van Amsterdam.
Stalen stapelbedden en houten geweerrekken
In de ruimte staan metalen stapelbedden in twee strakke rijen. Een paar helmen en een jas hangen aan de kapstokken aan de langszijde van de zaal. Voor de bedden staan bankjes, tussen de bedden houten geweerrekken. De muren zijn keurig gewit en alle bedden zijn opgemaakt, het enige wat nog mist zijn de soldaten zelf.
Eind februari legden de vrijwilligers de laatste hand aan de restauratie van het soldatenverblijf, een klus die een jaar eerder was begonnen. De scheuren in de muren moesten worden uitgehakt en opnieuw gevoegd, de muren en het plafond werden opnieuw gewit.
Replica’s
De bedden zijn replica’s, door de vrijwilligers zelf gebouwd aan de hand van het originele officiersbed dat al langer in het fort stond. Op basis van dat bed zijn de verschillende onderdelen bij een bevriende smederij gemaakt, waarna de taak aan Tineke Kee en haar man Joop van Exter was om alle bedden in elkaar te zetten. Daarbij zijn er concessies gedaan aan het origineel. “De bedden zijn wat lichter uitgevoerd, de buizen zijn niet massief en de bodems zijn wat dunner. Dat is vooral gedaan om materiaal en kosten te besparen.” Daarom mogen nu alleen mensen van zestig kilo en lichter in de bedden slapen, wat af en toe gebeurt als een scoutinggroep het fort als uitvalsbasis gebruikt.
Tineke is blij dat het werk klaar is. “Het meeste werk ging zitten in het opbouwen van de bedden. Zo’n bed bestaat uit behoorlijk wat delen. Maar toen de bedden stonden, ging het echt leven, als je de matrassen erop kunt leggen en alles kunt gaan aankleden. Wat ik nog nodig heb, is kleding”, vertelt Tineke Kee. “Ik zou graag nog wat militaire werkpakken en helmen willen hebben. De helmen komen niet allemaal uit Nederland, er zitten wat Belgische helmen tussen.”
Waterkelder
Toch is de ruimte niet helemaal zoals hij ooit was: er missen twee stapelbedden. “Eigenlijk horen er vierentwintig bedden te zijn”, vertelt Tineke. “Maar we wilden de toegang tot de waterkelder vrijhouden zodat bezoekers daar ook een blik in kunnen werpen.” De waterkelder vormde de drinkwatervoorraad van het fort, waarmee ook gewassen en gekookt werd. Op meerdere plekken werd het met handpompen omhoog gepompt.
Tentoonstelling
De vrijwilligers willen in het fort laten zien hoe het leven als dienstplichtige in de forten was. “Het mooie van onze tentoonstelling is dat het niet gericht is op de dood en vernietiging door oorlog”, legt Tineke uit. Maar wat kan ‘de Nederlander’ dan leren van de forten van de Stelling van Amsterdam? “De geschiedenis van de forten is interessant: ze zijn gebouwd, maar eigenlijk nooit gebruikt”, stelt Tineke. “Misschien is de meest cynische les die je uit deze forten kunt trekken wel dat verdedigingswerken gebouwd worden als ze niet meer nodig zijn”, stelt Tineke. “Want toen deze forten eenmaal af waren, kwam de vijand niet meer over land, maar door de lucht. Een andere theorie is dat de forten juist wél succesvol waren. Een van de redenen dat Duitsland Nederland links liet liggen in de Eerste Wereldoorlog, is omdat het zo goed verdedigd was."
Door Floris van Bodegraven
Geüpload 03-12-2014