Ga direct naar inhoud

Deel via social media

Pieter van Vollenhovenprijs voor Fort van Hoofddorp

2 mei 2022

Fort van Hoofddorp uit Haarlemmermeer ontving vrijdag 22 april 2022 samen met 3 andere initiatiefnemers van herbestemming van een monument, de Pieter van Vollenhovenprijs.

De winnaars ontvingen de prijs voor de manier waarop zij de monumenten een nieuw leven gaven. In Fort van Hoofddorp reikte oud-voorzitter van het Nationaal Restauratiefonds prof. mr. Pieter van Vollenhoven de prijs persoonlijk uit aan Femme Hammer en Serge Schoenmaker, initiatiefnemers van Fort van Hoofddorp.

Fort van Hoofddorp
Het Fort van Hoofddorp uit 1904 maakt onderdeel uit van het UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies en behoort tot de verdedigingslinie Stelling van Amsterdam. Het forteiland was nooit structureel toegankelijk voor publiek en leed ernstig onder achterstallig onderhoud. Met de herbestemming die theaterproducent Femme Hammer en architect Serge Schoemaker realiseerden is het fort weer een open plek geworden

Het forteiland is nu getransformeerd tot een stadspark met ruimte voor horeca en diverse culturele en educatieve activiteiten. Bovenop het eiland is een klein openluchttheater. 10 jaar lang hebben Hammer en Schoemaker zich met steun van voormalig projectontwikkelaar Jaap Breunesse onophoudelijk ingezet voor de herbestemming van het fort. Zij overwonnen in die tijd meerdere obstakels. Het plan kreeg financiële steun van de provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlemmermeer en diverse culturele fondsen. Ook kreeg de Stichting Fort van Hoofddorp voor de restauratie een lening van het Restauratiefonds.

Lees meer over de Pieter van Vollenhovenprijs op de website van het Nationaal restauratiefonds.

Op de fot: V.l.n.r: Serge Schoenmaker en Femme Hammers/Fort van Hoofddorp, Anne Witsenburg /Uncle Louis Store in San Nicolas (Aruba), prof. mr. Pieter van Vollenhoven, Nathalie Cassee/Katoendrukkerij in De Volmolen in Amersfoort, Hein van Stipthout/Fifth l NRE in Eindhoven (fotograaf Joost Enkelaar)

Kijk bij de veelgestelde vragen of maak een keuze hieronder.

U kunt nog 250 karakters intypen
Ben je geen robot? Los dit simpele sommetje op: *
20 - 3 =
Ook de gratis nieuwsbrief van de Stelling van Amsterdam ontvangen?
Schrijf je in  
naar boven

Begaanbaar deel van een inundatie in de vorm van een hooggelegen terrein, een weg, (spoor)dijk of een waterweg.

Verdedigingswerk dat een acces verdedigt

Onderstel voor een vuurwapen

Ook wel bolwerk. Vijfhoekige uitbouw van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Samenvoeging van een aantal stukken geschut in één organisatie.

Door een aarden wal van de vijand afgeschermde weg waarlangs manschappen en materieel konden worden verplaatst.

Het door metselwerk, beton of grondlaag bestand zijn van een gebouw tegen geschutsvuur.

Beschutte plek van waaruit de verdedigers de vijand kunnen bestoken.

Granaat gevuld met hoogexplosieve springstof.

Een (lage) uitbouw in een gracht van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Ook wel schotbalksluis. Tijdelijke waterkering, door het stapelen van balken in uitsparingen, om het water van een inundatie tegen te houden.

Militaire oefening

Zijwaarts gericht vuur.Groot flankement: ondersteunend vuur naar de nevenforten. Klein flankement: vuur dat de eigen omgeving van het verdedigingwerk bestrijkt.

Naar de vijand gericht deel van een verdedigingsweg.

Een onderdeel van het leger dat o.a. als taak heeft om tijdelijke en permanente verdedigingswerken te bouwen. De naam is afgeleid van het Franse woord ingenieur.

(houten) Loods waarin artillerie- en geniemateriaal werd opgeslagen.

Verzamelnaam voor vuurmonden.

Flauw aflopend talud dat buiten de fortgracht ligt en dat vanaf de frontwal met vuur kan worden bestreken.

(Betonnen) onderkomen voor manschappen, in de jaren ’30 onder andere toegevoegd aan het oostfront van de Vesting Holland.

Pantserkoepel die tijdens het geven van vuur omhoog wordt geheven om in rust weer te verzinken en onzichtbaar te worden.

Tabel die is aangebracht naast de geschutsopening om de bedieners van het geschut inzicht te geven in afstanden tot de doelen en de daarmee samenhangende geschutshoeken.

Onderwaterzetting waarmee een vijand op afstand wordt gehouden.

Ook wel inlaatsluis. Sluis die is aangelegd met als doel om water in een bepaald gebied in te laten.

Ruimte die tegen vijandelijk vuur is gedekt en die is voorzien van een schietgat waarachter een vuurwapen wordt opgesteld.

Van de vijand afgekeerde zijde van een verdedigingswerk.

In de forten van de Stelling van Amsterdam is het een kazemat aan de keelzijde van een fort waarmee flankerend vuur op het voorterrein van de buurforten wordt gegeven en van waaruit de keelzijde wordt verdedigd.

Wet van januari 1853, waarin beperkingen waren opgenomen met betrekking tot het bouwen in de nabijheid van verdedigingswerken, de zgn. verboden kringen, om een vrij schootsveld te waarborgen.

Lineair stelsel van samenhangende verdedigingwerken.

Batterij die in de onmiddellijke nabijheid van een verdedigingswerk ligt en die taken uitvoert die vallen onder dit verdedigingswerk.

Waterzuiveringsinrichting die de kwaliteit van het drinkwater verbetert door er ijzer aan te onttrekken.

Stelling waarin terugtrekkende troepen kunnen worden opgenomen.

Batterij die achter pantserplaten is opgesteld.

Fort met één of meerdere gepantserde geschutsopstellingen.

Draaibare gepantserde geschutsopstelling.

Geschut voor frontaal vuur over grote afstand, direct gericht op de vijandelijke posities.

Vuur dat er op is gericht om vijandelijke artillerie uit te schakelen

Eenvoudig (tijdelijk) verdedigingswerk met kleine bezetting.

Ondergrondse, bomvrije verbindingsgang.

Laatste toevluchtsplek voor de verdedigers binnen een verdedigingswerk, dat zelfstandig kan worden verdedigd.

Bomvrije bergplaats voor geschut of ander onmisbaar materieel.

Gedeelte van en terrein dat onder vuur kan worden genomen.

Open binnenruimte van een fort.

Grondplan of plattegrond.

Benaming van het verband dat in 1922 ontstond door de samenvoeging van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Amsterdam en het zuidelijk rivierenfront.

Wet van 18 april 1874 waarin de vestingwerken werden bepaald die deel uit gingen maken van de landsverdediging.

Aarden ophoging rond een verdedigingswerk, voorzien van een borstwering.