Forten Stelling van Amsterdam perfecte basis radioamateurs
Door Floris van Bodegraven
Krakend en zoemend komt het ruim zestig jaar oude apparaat tot leven. “Even mijn bril opzetten hoor”, zegt Simon Rodenburg. Fluitende geluiden komen door de oude boxen en weergalmen tegen het plafond van Fort aan den Ham. Simon draait wat aan de knoppen, dan klinkt er een krakerige stem. Simon heeft een radioverbinding gemaakt met Frankrijk.
Sinds een paar jaar hebben radiohobbyisten zich gevestigd in een reeks forten van de Stelling van Amsterdam. Vanuit de donkere ruimtes in de forten richten mannen als Simon zich op het repareren van oude radio- en communicatieapparatuur, het verzenden van berichten en het maken van nieuwe contacten. Regelmatig verzenden ze berichten over en weer. Hoe is dat zo gekomen?
“Ik ben een fortenliefhebber”, zegt Ger Fritz, secretaris bij Fort bij Edam en officieus initiatiefnemer van het netwerk. “Ik was vrijwillig gids op fort Pampus, toen ik eens voorstelde om een oude legerradio mee te nemen naar dat fort om uit te zenden. Dat wilden ze wel. In 2008 vroegen de vrijwilligers van Fort bij Edam me om dat hier ook eens te komen doen, en zo ben ik hier terecht gekomen. Ik ben hier blijven hangen, het is zo gezellig hier”, verklaart de 70-jarige Lansingerlander. “Ik ben al jarenlang bezig met forten. Twee jaar terug stelde ik een vriendje in Fort Veldhuis voor om een netwerk op te gaan zetten. Sinds twee jaar kunnen we nu verbindingen maken met andere onderdelen van de Stelling van Amsterdam zoals Fort bij Veldhuis, Forteiland Pampus, Fort bij Uithoorn. Maar ook met Vesting Naarden die onderdeel is van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.”
Maar waarom kom je naar een fort om je radiohobby uit te oefenen? “Waar kan ik een antenne spannen van veertig meter lang? Niet thuis”, verwijst Ger naar de enorme horizontale antenne op het dak van Fort bij Edam. “Je hebt hier de ruimte en je combineert militaire communicatieapparatuur met forten. Het is alleen niet helemaal correct, want het fort komt uit 1914 en toen gebruikte men hier alleen nog telegraaflijnen.”
In Fort aan den Ham heeft Simon wel originelere apparatuur bijeen weten te sprokkelen. “Hier ging de communicatie vroeger per telefoon en per postduif”, vertelt hij. “We hebben hier een oude Ericsson telefooncentrale uit 1902 die hier gestaan heeft, die wil ik nog repareren.”
Beide mannen proberen op hun manier het verhaal van de ontwikkeling van de militaire communicatie te vertellen aan bezoekers aan het fort. Ger heeft een klein museum ingericht over de ontwikkeling van de communicatieapparatuur. “Vroeger was communicatie heel primitief. Ik wil die ontwikkeling laten zien”, vertelt de zeventigjarige radiohobbyist. “Het is leuk om bezoekers deelgenoot te maken van je hobby en zo ook morsetelegrafie levend te houden. Want het wordt nu niet meer gebruikt in het leger.” Om hem heen staan allerhande oude apparatuur, waaronder radio’s met een handdynamo, de eerste veldtelefoons, 70-jaar oude radio’s die in een tank hebben gezeten en meer ‘groen metaal’.
Al draait het natuurlijk vooral om de hobby. Maar wat maakt de radiohobby nou zo mooi? “Wij zijn bezig met radio-onderzoek”, stelt Ger Fritz. “Het mooiste aan de radiohobby is het repareren van oude radio’s, het experimenteren en het leggen van verbindingen van een paar milliwatt met andere zenders in andere continenten. Wat heb je er aan? Nou, plezier!”
Geüpload 03-12-2014