Mijn eerste (onbewuste) kennismaking met het begrip Stelling van Amsterdam, vond plaats toen ik een jaar of vijf oud was. Mijn vriendinnetje uit die tijd had twee cavia’s, met de namen ‘Pampus’ en ‘Voor Pampus’. Als kind neem je veel voor gewoon aan, dus ook deze toch wel enigszins vreemde namen. Op iets latere leeftijd vroeg ik me echter af waarom deze cavia’s zo heetten. Het bleek dat cavia ‘Pampus’ praktisch de hele dag sliep en dus naar het spreekwoord ‘voor Pampus liggen’ was vernoemd. Zijn vriendje, die veel actiever was, lag, als hij sliep, altijd voor hem. Vandaar de originele naam ‘Voor Pampus’. Ik denk niet dat mijn vriendinnetje Kim deze namen zelf kon verzinnen, maar het een bedenksel was van haar creatieve ouders.
Niet veel later kwam ik op een andere manier in aanraking met de Stelling van Amsterdam, en wederom ging het hier om Pampus. Mijn vader, een fervent zeiler, had op zijn werkkamer een luchtfoto hangen van het forteiland Pampus met daaromheen allemaal zeilboten. Deze foto intrigeerde me, niet zozeer vanwege de ‘ruïne’ in het midden, maar vanwege de vele zeilboten op de foto. Op een dag, ik zal een jaar of elf oud zijn geweest, nam hij me mee uit zeilen en kwamen we in de buurt van Pampus. Toen zag ik de ‘ruïne’ in het echt, en begreep ik uit de verhalen van mijn vader dat het om een fort ging dat was gebouwd om Amsterdam te verdedigen en dat het deel uitmaakte van een ring van vele forten.
Mijn eerste kennismaking met de Stelling van Amsterdam was een feit, al duurde het nog heel wat jaren voor de grootte van de Stelling en de werking ervan in totaliteit tot mij doordrong.
Vanaf 2004 raakte ik bij de provincie Noord-Holland betrokken bij de opbouw van het programmabureau Stelling van Amsterdam. Ik deed hier veel kennis op over waarom de Stelling ooit was aangelegd, hoe deze werkte, wat de betekenis was van de verschillende forten en waarom de verdedigingslinie Stelling op de Werelderfgoedlijst is geplaatst.
Ook forteiland Pampus kwam weer voorbij, want een van de eerste projecten waar ik daadwerkelijk bij betrokken raakte was de restauratie van Pampus. Het bestuur van Pampus had al een aantal jaren daarvoor het plan opgevat om Pampus te consolideren. Met name het dak en de muren van het fort waren door lekkage in erg slechte staat. In 2007 slaagde het bestuur van Pampus erin om, mede met financiële steun van de provincie, de benodigde financiële middelen bij elkaar te krijgen voor een restauratie. Zodoende kon het herstel van het dak van Pampus starten. Zonder teveel in detail te treden: dit dakherstel ging niet van een ‘leien dakje’ (het is tenslotte ook een betonnen dak!). Maar anno 2012 staat er een fraai hersteld fort waarin inmiddels ook het eerste Nationale Bezoekerscentrum voor de Stelling van Amsterdam is gehuisvest. De ‘ruïne’ van de poster op de kamer van mijn vader, herken ik er niet meer in. Op een recente luchtfoto van Pampus zou mijn aandacht nu uitgaan naar de als replica teruggebrachte koepels van het fort, en niet langer naar de zeilboten.
Uit bovenstaand verhaal blijkt dat (het begrip) Pampus als een rode draad door mijn leven loopt en u zult begrijpen dat forteiland Pampus dan ook een speciaal plekje in mijn hart heeft.
Nanette van Goor
Programmamanager Stelling van Amsterdam, provincie Noord-Holland
Geüpload 06-12-2012