Door Liesbeth Maas en Steven van der Gaag
Het Vuurtoreneiland met zijn oude kustbatterij prikkelt de fantasie van de horeca-ondernemers Sander Overeinder en Brian Boswijk onophoudelijk. Cabins om te overnachten, een spa, een atelierruimte en zelfs een mini-brouwerij. Maar ze beginnen met koken voor gasten die met een bootje de stad achter zich laten. “Straks kun je hier eten in en van de natuur.”
"Ik heb al in het dorp geïnformeerd naar de visser”, zegt Sander Overeinder, terwijl hij naar de fuiken in het water wijst. Vanaf de dijk in Durgerdam loopt hij – omgeven door water en weidevogels – over een steeds smaller wordend pad richting de voormalige kustbatterij die in andere tijden de monding van het IJ moest verdedigen. Af en toe bukt hij zich. “Moet je ruiken, munt. Het barst hier van de kruiden.”
Jongensboek
Na ruim een kwartier struinen, houdt een kudde schapen vanaf een grasheuvel de indringers van het eiland nauwlettend in het oog. Licht speelt aan een stuk door met de kleuren. Langs de munitiebunkers wordt een gietijzeren vuurtoren zichtbaar. “De enige van Amsterdam”, zegt Overeinder. Niet voor niets heet de plek in de volksmond Vuurtoreneiland. Dat klinkt als een jongensboek. “Het is ook een kleine jongensdroom dat we hier straks gaan werken.”
“In de munitiebunkers willen we Vuurtorenbier gaan brouwen”
Met ‘we’ doelt hij op zijn compagnon Brian Boswijk en zichzelf, beide Amsterdamse horeca-ondernemers. Zo blies Boswijk nieuw leven in het voormalige Trouw-gebouw met een club, restaurant en een kunstruimte. Overeinder is kok en eigenaar van restaurant As. Ze voelen zich als avonturiers die een onbewoond eiland hebben ontdekt. Hoewel? In de praktijk ging dat een stuk minder romantisch. Eigenaar Staatsbosbeheer had een aanbestedingsprocedure uitgeschreven voor ondernemers die iets met het eiland wilden. “Dat was best lastig. Je houdt steeds in je achterhoofd dat het over kan zijn. Maar we kwamen elke ronde door en dat gaf dan weer een enorme energie.”
Gasten ophalen met een bootje
“Op het laatst ging het tussen Nemo, Lloyd Hotel en ons”, vervolgt Overeinder. “Ik denk dat we hebben gewonnen omdat we het helemaal zelf willen doen. Niet vanaf de kade aansturen maar zelf bouwen, zelf ontwikkelen.” De contouren van die bevlogenheid zijn al zichtbaar. Midden op het eiland staat het geraamte van een paviljoen. Bakstenen liggen klaar om Overeinders oven te metselen. “De logistiek gaat via het water”, zegt Overeinder. “Anders verstoor je het natuurgebied. Ook de gasten komen straks vanuit de stad met een bootje naar het eiland.” Dat laatste haalde veel weerstand weg bij de Durgerdammers die vreesden voor drukte op de dijk en geluidsoverlast.
"Voor u is dit een project, maar dit is mijn leven," kregen we te horen. Inmiddels zien zij ook dat wij met respect voor de natuur en omgeving opereren en lokale ondernemers betrekken. In het dorp zit een imker met heerlijke honing.”
Steun Staatsbosbeheer
Dat succes gloort, bleek in de zomer van 2013 toen ze mochten proefdraaien met het restaurant. Alle avonden zaten vol tot een felle brand het paviljoen in de as legde.
“Een paar dagen heb ik wel gedacht, dat was het dan”, zegt Boswijk die zich even heeft kunnen losrukken van de werkzaamheden. “Dat gevoel is verdwenen dankzij de steun van Staatsbosbeheer. Zij zeiden: ‘Op de heidegrond die wij beheren brandt ook wel eens een huisje af.’” In het begin van het traject moesten ondernemers en eigenaar aan elkaar wennen. Overeinder: “Met een ondernemer maak je één op één afspraken. Staatsbosbeheer is een geheel. Gesprekken worden teruggekoppeld. ‘Hoe werkt dit?,’ dachten we.” “Staatsbosbeheer heeft daar snel op geanticipeerd door een projectmanager in te huren voor de vertaalslag”, vult Boswijk aan. “Vanaf dat moment verliep de communicatie soepeler.”
Rookoven
“Provincie, Staatsbosbeheer, Stadsdeel Noord, iedereen doet goed mee. Procedures hebben we nu eenmaal met elkaar afgesproken. Daar ga ik verder niet over nadenken.”
Liever laten ze hun fantasie de vrije loop, terwijl ze door de slaapruimten van de soldaten en officieren dwalen. Overeinder: “We willen cabins bouwen om te kunnen overnachten. En voor de bomvrije kazerne denken we aan een spa, een atelier en een woonkamer waar gasten samenkomen. In de munitiebunkers kunnen we Vuurtorenbier gaan brouwen.”
Daarvoor is een restauratiesubsidie beschikbaar vanuit de provincie Noord-Holland op basis van cofinanciering. “We beginnen bewust alleen met de exploitatie van het paviljoen”, zegt Boswijk. “Om eigen vermogen en kennis te vergaren, die we kunnen investeren als het bestemmingsplan is aangepast en fortrestauratie en cabinbouw mogelijk wordt. Zo kunnen we samen met de provincie het maximale halen uit de restauratie en subsidiemogelijkheden.” Overeinders oog valt op een oud drukvat. Met zijn knokkels test hij het metaal. “Die kan ik goed gebruiken als rookoven.”
DE TIP VAN SANDER OVEREINDER EN BRIAN BOSWIJK:
“EEN PROJECTMANAGER TUSSEN DE ONDERNEMER EN GROTE ORGANISATIES ALS STAATSBOSBEHEER VERSOEPELT DE COMMUNICATIE .”
Fotoverantwoording
Eerste foto genomen door Annelore van Herwijnen
Tweede foto genomen door Kenneth Stamp
Geüpload 23-10-2014