Ga direct naar inhoud

Op bezoek bij Fort bij Uithoorn

Terug naar Verhalen
Hans Baas is rondleider en  vrijwilliger bij Fort bij Uithoorn en loopt het liefst in zijn eentje rond het fort. Het is dan lekker rustig  en zo kun je optimaal genieten van al het moois wat het fort te bieden heeft. Het geluid van  de vogels, de valken die  broeden en de zwanen die ongestoord in de fortgrachten zwemmen. Hans woont dichtbij het fort, dus elk uurtje dat hij op het fort kan doorbrengen benut hij.
Hans zijn belangstelling voor forten komt vooral door zijn opa. Opa Baas was fortwachter op fort Vreeswijk, een van de  forten van de Hollandse Waterlinie. Als kleinzoon van een fortwachter ben je natuurlijk op zoek naar avontuur in een fort en via via kwam Hans bij Fort bij Uithoorn terecht.
In Fort bij Uithoorn kon hij als vrijwilliger op onderzoek gaan met een metaal detector. Samen met mede-vrijwilligers heeft Hans  munitiekisten gevonden uit Nederland, Engeland, Duitsland en Rusland. Ook werd de oude elektrische installatie teruggevonden. Alle gevonden spullen worden bewaard  in het fort. Een speciale vondst door Hans was een Mauser munutie clip.  Dit zijn leuke vondsten, maar het verhaal achter de voorwerpen vindt Hans het interessantst.  
Zo heeft Hans enige tijd geleden onderzoek gedaan naar het verhaal van het enige dodelijke slachtoffer van Fort bij Uithoorn.  In 1945 lag het hele fort vol met Duitse munitie. De Duitsers waren al weg en de Binnenlandse Strijdkrachten  werden  aangesteld om de munitie te bewaken. 
De Binnenlandse Strijdkrachten waren  jonge jongens die wilden mee helpen met het verzet. De jongens hadden eigenlijk verwacht dat ze Amsterdam zouden bevrijden, maar de Engelsen, Amerikanen en Canadezen achten de jongens nog te jong en te onervaren voor deze grote klus.  
Om de verveling tegen te gaan, oefent een groepje jongens met wat schieten op het terrein. Een paar jongens oefent ook met het gooien van handgranaten. Hans vertelt dat je handgranaten hebt met snelle ontsteking en korte ontstekingen . Helaas had één van de jongens een handgranaat met korte ontsteking en is ter plaatse overleden. Hans heeft een ooggetuige gevonden die het drama toentertijd gezien heeft. De ooggetuige in kwestie vond het nog steeds moeilijk om over dit incident te praten. Hans heeft verder onderzoek gedaan naar de achtergrond van het slachtoffer. Uit de archieven kwam naar voren dat de omgekomen soldaat Verburg heette , en dit bleek de vader van een kennis van Hans te zijn. De kennis wist dat zijn vader in de oorlog was overleden, maar had verder geen informatie.  De kennis waardeerde zeer dat Hans alle gevonden documenten over (de dood van) zijn vader met hem wilde delen.  

Dit verhaal is een interview met Hans Baas tijdens de seizoensopening van de Stelling van Amsterdam 2013 bij Fort bij Uithoorn.

Geschreven door: Mischa den Drijver

Geüpload 15-04-2013

Kijk bij de veelgestelde vragen of maak een keuze hieronder.

U kunt nog 250 karakters intypen
Ben je geen robot? Los dit simpele sommetje op: *
1 - 1 =
Ook de gratis nieuwsbrief van de Stelling van Amsterdam ontvangen?
Schrijf je in  
naar boven

Begaanbaar deel van een inundatie in de vorm van een hooggelegen terrein, een weg, (spoor)dijk of een waterweg.

Verdedigingswerk dat een acces verdedigt

Onderstel voor een vuurwapen

Ook wel bolwerk. Vijfhoekige uitbouw van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Samenvoeging van een aantal stukken geschut in één organisatie.

Door een aarden wal van de vijand afgeschermde weg waarlangs manschappen en materieel konden worden verplaatst.

Het door metselwerk, beton of grondlaag bestand zijn van een gebouw tegen geschutsvuur.

Beschutte plek van waaruit de verdedigers de vijand kunnen bestoken.

Granaat gevuld met hoogexplosieve springstof.

Een (lage) uitbouw in een gracht van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Ook wel schotbalksluis. Tijdelijke waterkering, door het stapelen van balken in uitsparingen, om het water van een inundatie tegen te houden.

Militaire oefening

Zijwaarts gericht vuur.Groot flankement: ondersteunend vuur naar de nevenforten. Klein flankement: vuur dat de eigen omgeving van het verdedigingwerk bestrijkt.

Naar de vijand gericht deel van een verdedigingsweg.

Een onderdeel van het leger dat o.a. als taak heeft om tijdelijke en permanente verdedigingswerken te bouwen. De naam is afgeleid van het Franse woord ingenieur.

(houten) Loods waarin artillerie- en geniemateriaal werd opgeslagen.

Verzamelnaam voor vuurmonden.

Flauw aflopend talud dat buiten de fortgracht ligt en dat vanaf de frontwal met vuur kan worden bestreken.

(Betonnen) onderkomen voor manschappen, in de jaren ’30 onder andere toegevoegd aan het oostfront van de Vesting Holland.

Pantserkoepel die tijdens het geven van vuur omhoog wordt geheven om in rust weer te verzinken en onzichtbaar te worden.

Tabel die is aangebracht naast de geschutsopening om de bedieners van het geschut inzicht te geven in afstanden tot de doelen en de daarmee samenhangende geschutshoeken.

Onderwaterzetting waarmee een vijand op afstand wordt gehouden.

Ook wel inlaatsluis. Sluis die is aangelegd met als doel om water in een bepaald gebied in te laten.

Ruimte die tegen vijandelijk vuur is gedekt en die is voorzien van een schietgat waarachter een vuurwapen wordt opgesteld.

Van de vijand afgekeerde zijde van een verdedigingswerk.

In de forten van de Stelling van Amsterdam is het een kazemat aan de keelzijde van een fort waarmee flankerend vuur op het voorterrein van de buurforten wordt gegeven en van waaruit de keelzijde wordt verdedigd.

Wet van januari 1853, waarin beperkingen waren opgenomen met betrekking tot het bouwen in de nabijheid van verdedigingswerken, de zgn. verboden kringen, om een vrij schootsveld te waarborgen.

Lineair stelsel van samenhangende verdedigingwerken.

Batterij die in de onmiddellijke nabijheid van een verdedigingswerk ligt en die taken uitvoert die vallen onder dit verdedigingswerk.

Waterzuiveringsinrichting die de kwaliteit van het drinkwater verbetert door er ijzer aan te onttrekken.

Stelling waarin terugtrekkende troepen kunnen worden opgenomen.

Batterij die achter pantserplaten is opgesteld.

Fort met één of meerdere gepantserde geschutsopstellingen.

Draaibare gepantserde geschutsopstelling.

Geschut voor frontaal vuur over grote afstand, direct gericht op de vijandelijke posities.

Vuur dat er op is gericht om vijandelijke artillerie uit te schakelen

Eenvoudig (tijdelijk) verdedigingswerk met kleine bezetting.

Ondergrondse, bomvrije verbindingsgang.

Laatste toevluchtsplek voor de verdedigers binnen een verdedigingswerk, dat zelfstandig kan worden verdedigd.

Bomvrije bergplaats voor geschut of ander onmisbaar materieel.

Gedeelte van en terrein dat onder vuur kan worden genomen.

Open binnenruimte van een fort.

Grondplan of plattegrond.

Benaming van het verband dat in 1922 ontstond door de samenvoeging van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Amsterdam en het zuidelijk rivierenfront.

Wet van 18 april 1874 waarin de vestingwerken werden bepaald die deel uit gingen maken van de landsverdediging.

Aarden ophoging rond een verdedigingswerk, voorzien van een borstwering.