Fort bij Abcoude is het oudste landfort van de Stelling van Amsterdam en het enige Stellingfort van baksteen. De buitenmuren zijn wel 1,8 meter dik! Vanaf het uitzichtpunt op het oostelijke ‘Oreillon’ zie je Fort Nigtevecht liggen. Op Fort bij Abcoude staan natuur, cultuur en rust voorop. Het fort en fortgracht herbergen ook vleermuizen, vissen en de opvallend felgekleurde ijsvogel. Natuurmonumenten zorgt ervoor dat dit cultuurhistorisch erfgoed behouden blijft.
Rondkijken op het fort De poorten van het Fort bij Abcoude zijn weekend en donderag open voor publiek. Inwoners van Abcoude en omgeving kunnen van 10:00 tot 17:00 uur een ommetje maken over het fort. Vrijwillige poortwachters zorgen voor het openen en sluiten van de poorten. Deze tijdelijke openstelling hoopt Natuurmonumenten, samen met de vrijwilligers, voort te kunnen zetten totdat er een nieuwe ondernemer voor het fort is gevonden, die deze taak kan overnemen.
Samenwerking met Cultuurhuis Abcoude Begin oktober jl. hebben Natuurmonumenten en Cultuurhuis Abcoude de handen ineen geslagen en werken sindsdien aan een tijdelijke programmering voor Fort bij Abcoude. Elke maand organiseert Cultuurhuis Abcoude, in opdracht van Natuurmonumenten, een activiteit voor -met name- de bewoners van gemeente De Ronde Venen. Op deze manier is Fort bij Abcoude vaker toegankelijk en beter beleefbaar.
Historie Fort bij Abcoude is het eerst gebouwde fort van de Stelling en wordt omringd door natuur. Het deels uit baksteen, deels uit brikkenbeton bestaande fort is een unieke tussenvorm van de oudere bakstenen forten van de Hollandse Waterlinie en de latere betonnen forten van de Stelling. Fort bij Abcoude ligt direct aan zuidkant van de bebouwde kom van Abcoude.
Het Fort bij Abcoude is aangelegd tussen 1883 en 1885. Het diende ter verdediging van de accessen gevormd door de spoorlijn Utrecht–Amsterdam en de riviertjes Angstel en Gein met daarlangs lopende wegen.
Deze website maakt gebruik van cookies om jouw websitebezoek 'slimmer' te maken en omwille van statistieken.
Meer weten? Lees onze cookie-verklaring of pas je instellingen aan.
Begaanbaar deel van een inundatie in de vorm van een hooggelegen terrein, een weg, (spoor)dijk of een waterweg.
Verdedigingswerk dat een acces verdedigt
Onderstel voor een vuurwapen
Ook wel bolwerk. Vijfhoekige uitbouw van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.
Samenvoeging van een aantal stukken geschut in één organisatie.
Door een aarden wal van de vijand afgeschermde weg waarlangs manschappen en materieel konden worden verplaatst.
Het door metselwerk, beton of grondlaag bestand zijn van een gebouw tegen geschutsvuur.
Beschutte plek van waaruit de verdedigers de vijand kunnen bestoken.
Granaat gevuld met hoogexplosieve springstof.
Een (lage) uitbouw in een gracht van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.
Ook wel schotbalksluis. Tijdelijke waterkering, door het stapelen van balken in uitsparingen, om het water van een inundatie tegen te houden.
Militaire oefening
Zijwaarts gericht vuur.Groot flankement: ondersteunend vuur naar de nevenforten. Klein flankement: vuur dat de eigen omgeving van het verdedigingwerk bestrijkt.
Naar de vijand gericht deel van een verdedigingsweg.
Een onderdeel van het leger dat o.a. als taak heeft om tijdelijke en permanente verdedigingswerken te bouwen. De naam is afgeleid van het Franse woord ingenieur.
(houten) Loods waarin artillerie- en geniemateriaal werd opgeslagen.
Verzamelnaam voor vuurmonden.
Flauw aflopend talud dat buiten de fortgracht ligt en dat vanaf de frontwal met vuur kan worden bestreken.
(Betonnen) onderkomen voor manschappen, in de jaren ’30 onder andere toegevoegd aan het oostfront van de Vesting Holland.
Pantserkoepel die tijdens het geven van vuur omhoog wordt geheven om in rust weer te verzinken en onzichtbaar te worden.
Tabel die is aangebracht naast de geschutsopening om de bedieners van het geschut inzicht te geven in afstanden tot de doelen en de daarmee samenhangende geschutshoeken.
Onderwaterzetting waarmee een vijand op afstand wordt gehouden.
Ook wel inlaatsluis. Sluis die is aangelegd met als doel om water in een bepaald gebied in te laten.
Ruimte die tegen vijandelijk vuur is gedekt en die is voorzien van een schietgat waarachter een vuurwapen wordt opgesteld.
Van de vijand afgekeerde zijde van een verdedigingswerk.
In de forten van de Stelling van Amsterdam is het een kazemat aan de keelzijde van een fort waarmee flankerend vuur op het voorterrein van de buurforten wordt gegeven en van waaruit de keelzijde wordt verdedigd.
Wet van januari 1853, waarin beperkingen waren opgenomen met betrekking tot het bouwen in de nabijheid van verdedigingswerken, de zgn. verboden kringen, om een vrij schootsveld te waarborgen.
Lineair stelsel van samenhangende verdedigingwerken.
Batterij die in de onmiddellijke nabijheid van een verdedigingswerk ligt en die taken uitvoert die vallen onder dit verdedigingswerk.
Waterzuiveringsinrichting die de kwaliteit van het drinkwater verbetert door er ijzer aan te onttrekken.
Stelling waarin terugtrekkende troepen kunnen worden opgenomen.
Batterij die achter pantserplaten is opgesteld.
Fort met één of meerdere gepantserde geschutsopstellingen.
Draaibare gepantserde geschutsopstelling.
Geschut voor frontaal vuur over grote afstand, direct gericht op de vijandelijke posities.
Vuur dat er op is gericht om vijandelijke artillerie uit te schakelen
Eenvoudig (tijdelijk) verdedigingswerk met kleine bezetting.
Ondergrondse, bomvrije verbindingsgang.
Laatste toevluchtsplek voor de verdedigers binnen een verdedigingswerk, dat zelfstandig kan worden verdedigd.
Bomvrije bergplaats voor geschut of ander onmisbaar materieel.
Gedeelte van en terrein dat onder vuur kan worden genomen.
Open binnenruimte van een fort.
Grondplan of plattegrond.
Benaming van het verband dat in 1922 ontstond door de samenvoeging van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Amsterdam en het zuidelijk rivierenfront.
Wet van 18 april 1874 waarin de vestingwerken werden bepaald die deel uit gingen maken van de landsverdediging.
Aarden ophoging rond een verdedigingswerk, voorzien van een borstwering.