Ga direct naar inhoud

Deel via social media

Reizende Expositie Oude Hollandse Waterlinie

Reizende Expositie Oude Hollandse Waterlinie

Expositie Oude Hollandse Waterlinie in het Vestingmuseum
Het afgelopen jaar vierden we het 350-jarig bestaan van de Oude Hollandse Waterlinie. Een reizende tentoonstelling over de geschiedenis van de waterlinie ging van start in Oudewater en is nu tot en met 31 maart te zien op de laatste locatie: het Nederlands Vestingmuseum in Naarden.

Tijdens het Rampjaar 1672 stond ons land aan de rand van de afgrond. Een enorm Frans leger onder leiding van koning Lodewijk XIV viel ons land binnen en rukte met grote snelheid op naar het westen. Maar de Hollanders hadden een geheim wapen: de Oude Hollandse Waterlinie. Een gebied dat zich uitstrekte van Amsterdam en Muiden in het noorden tot Gorinchem en Dordrecht in het zuiden werd onder water gezet, waardoor de Franse opmars gestuit werd.
Het 350-jarig bestaan van de Oude Hollandse Waterlinie werd gevierd met een reizende expositie, die tijdens het jubileumjaar langs de linie trok. Nu is de tentoonstelling voor de laatste stop neergestreken in Naarden, waar hij een plekje heeft gekregen tussen de kanonnen van het Nederlands Vestingmuseum. Acht panelen tonen de geschiedenis van de Waterlinie en een interactief scherm geeft een prachtig overzicht van de gehele linie met vestingsteden, interessante achtergrondinformatie en mooie wandelroutes.

De tentoonstelling is tot en met 31 maart 2023 te zien in het Nederlands Vestingmuseum aan de Westwalstraat 6 in Naarden. De Museumkaart is geldig en kinderen tot en met 4 jaar hebben altijd gratis toegang. Kijk voor meer informatie op vestingmuseum.nl.

Bezoekersinformatie
Geopend: dinsdag t/m zondag 10:30 – 17:00 uur
(t/m 31 januari 2023 tot 16:00 uur).
Soort activiteit
  • Kunst en cultuur

waar & wanneer

prijs informatie
volwassenen € 10,50
kinderen € 5,75
Het Nederlands Vestingmuseum (Naarden)
Uitgebreide informatie Westwalstraat 6
1411 PB   Naarden
(035) 694 54 59
wanneer
  • woensdag 11 januari  - vrijdag 31 maart 10.30 uur - 17.00 uur

Kijk bij de veelgestelde vragen of maak een keuze hieronder.

U kunt nog 250 karakters intypen
Ben je geen robot? Los dit simpele sommetje op: *
18 - 12 =
Ook de gratis nieuwsbrief van de Stelling van Amsterdam ontvangen?
Schrijf je in  
naar boven

Begaanbaar deel van een inundatie in de vorm van een hooggelegen terrein, een weg, (spoor)dijk of een waterweg.

Verdedigingswerk dat een acces verdedigt

Onderstel voor een vuurwapen

Ook wel bolwerk. Vijfhoekige uitbouw van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Samenvoeging van een aantal stukken geschut in één organisatie.

Door een aarden wal van de vijand afgeschermde weg waarlangs manschappen en materieel konden worden verplaatst.

Het door metselwerk, beton of grondlaag bestand zijn van een gebouw tegen geschutsvuur.

Beschutte plek van waaruit de verdedigers de vijand kunnen bestoken.

Granaat gevuld met hoogexplosieve springstof.

Een (lage) uitbouw in een gracht van waaruit flankerend vuur kan worden gegeven.

Ook wel schotbalksluis. Tijdelijke waterkering, door het stapelen van balken in uitsparingen, om het water van een inundatie tegen te houden.

Militaire oefening

Zijwaarts gericht vuur.Groot flankement: ondersteunend vuur naar de nevenforten. Klein flankement: vuur dat de eigen omgeving van het verdedigingwerk bestrijkt.

Naar de vijand gericht deel van een verdedigingsweg.

Een onderdeel van het leger dat o.a. als taak heeft om tijdelijke en permanente verdedigingswerken te bouwen. De naam is afgeleid van het Franse woord ingenieur.

(houten) Loods waarin artillerie- en geniemateriaal werd opgeslagen.

Verzamelnaam voor vuurmonden.

Flauw aflopend talud dat buiten de fortgracht ligt en dat vanaf de frontwal met vuur kan worden bestreken.

(Betonnen) onderkomen voor manschappen, in de jaren ’30 onder andere toegevoegd aan het oostfront van de Vesting Holland.

Pantserkoepel die tijdens het geven van vuur omhoog wordt geheven om in rust weer te verzinken en onzichtbaar te worden.

Tabel die is aangebracht naast de geschutsopening om de bedieners van het geschut inzicht te geven in afstanden tot de doelen en de daarmee samenhangende geschutshoeken.

Onderwaterzetting waarmee een vijand op afstand wordt gehouden.

Ook wel inlaatsluis. Sluis die is aangelegd met als doel om water in een bepaald gebied in te laten.

Ruimte die tegen vijandelijk vuur is gedekt en die is voorzien van een schietgat waarachter een vuurwapen wordt opgesteld.

Van de vijand afgekeerde zijde van een verdedigingswerk.

In de forten van de Stelling van Amsterdam is het een kazemat aan de keelzijde van een fort waarmee flankerend vuur op het voorterrein van de buurforten wordt gegeven en van waaruit de keelzijde wordt verdedigd.

Wet van januari 1853, waarin beperkingen waren opgenomen met betrekking tot het bouwen in de nabijheid van verdedigingswerken, de zgn. verboden kringen, om een vrij schootsveld te waarborgen.

Lineair stelsel van samenhangende verdedigingwerken.

Batterij die in de onmiddellijke nabijheid van een verdedigingswerk ligt en die taken uitvoert die vallen onder dit verdedigingswerk.

Waterzuiveringsinrichting die de kwaliteit van het drinkwater verbetert door er ijzer aan te onttrekken.

Stelling waarin terugtrekkende troepen kunnen worden opgenomen.

Batterij die achter pantserplaten is opgesteld.

Fort met één of meerdere gepantserde geschutsopstellingen.

Draaibare gepantserde geschutsopstelling.

Geschut voor frontaal vuur over grote afstand, direct gericht op de vijandelijke posities.

Vuur dat er op is gericht om vijandelijke artillerie uit te schakelen

Eenvoudig (tijdelijk) verdedigingswerk met kleine bezetting.

Ondergrondse, bomvrije verbindingsgang.

Laatste toevluchtsplek voor de verdedigers binnen een verdedigingswerk, dat zelfstandig kan worden verdedigd.

Bomvrije bergplaats voor geschut of ander onmisbaar materieel.

Gedeelte van en terrein dat onder vuur kan worden genomen.

Open binnenruimte van een fort.

Grondplan of plattegrond.

Benaming van het verband dat in 1922 ontstond door de samenvoeging van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Stelling van Amsterdam en het zuidelijk rivierenfront.

Wet van 18 april 1874 waarin de vestingwerken werden bepaald die deel uit gingen maken van de landsverdediging.

Aarden ophoging rond een verdedigingswerk, voorzien van een borstwering.